Theorie van Erikson

Theorie van Erikson - Toolshero

Theorie van Erikson: in dit artikel wordt de psychosociale theorie van Erikson praktisch uitgelegd. Na het lezen begrijp je de basis van deze krachtige psychosociale ontwikkeling theorie.

Wat is de psychosociale theorie van Erikson?

De psychosociale theorie van Erikson is een uitgebreide psychoanalytische theorie die de ontwikkeling van mensen beschrijft in 8 stadia. De theorie wordt ook wel de psychosociale ontwikkeling theorie genoemd.

De acht stadia vinden plaats vanaf de geboorte tot laat in de volwassenheid. Volgens de theorie beïnvloeden gebeurtenissen en resultaten van elk stadium de resultaten van de volgende fasen.

Gratis e-book bij Toolshero

Het onderzoek werd gepubliceerd door Erik Erikson (1902-1994) en Joan Erikson in het boek Childhood and Society. Het werk van Erikson werd beïnvloed door de theorie over de psychoseksuele ontwikkeling van Sigmund Freud. Aanvankelijk werkte Erik Erikson verder aan de theorie van Freud, maar ging al snel verder dan die theorie en ontwikkelde zijn eigen ideeën.

De theorie wordt gekenmerkt door de concepten van biologische en sociaal-culturele krachten. Deze twee tegenstrijdige krachten zijn voortdurend met elkaar in conflict. De mate waarin een individu in staat is om deze te verzoenen, bepaalt of iemand de fase met succes kan afronden.

Een voorbeeld daarvan is een baby die met succes het stadium van autonomie versus schaamte en twijfel doorloopt met meer vertrouwen dan wantrouwen. De deugden van dit succes worden voor de rest van de resterende levensfasen meegedragen.
De fase-uitdagingen die niet met succes worden afgerond, keren naar verwachting in de toekomst terug als problemen. Het is niet vereist om alles uit een fase te beheersen voordat er naar een volgende fase kan worden geschakeld.

Fase 1: vertrouwen versus wantrouwen (deugd: hoop)

De eerste fase van de psychosociale ontwikkelingstheorie van Erik Erikson gaat over vertrouwen versus wantrouwen. Deze fase begint op het moment dat een baby geboren wordt tot de leeftijd van ongeveer 1 jaar. Het is de meest fundamentele fase uit een mensenleven. Een baby is volledig afhankelijk van andere mensen. Daarom is de ontwikkeling van de baby volledig gebaseerd op de betrouwbaarheid en de kwaliteit van de verzorgers van het kind.

Voor alles wat de baby nodig heeft om te overleven is het afhankelijk van de ouders of verzorgers. Dit inclusief voedsel, liefde, hygiënische verzorging, veiligheid en warmte. Als een verzorger niet in staat is om deze zorg en liefde te bieden, dan krijgt een baby het gevoel dat volwassenen in het leven niet vertrouwd kunnen worden.

Ontwikkelt dit kind wel vertrouwen naar volwassenen, dan zal het kind zich veilig voelen in de wereld. Er zijn immers genoeg volwassenen die hen beschermen, verzorgen en liefhebben. Verzorgers die inconsistent zijn, of niet beschikbaar en afwijzend, dragen daarom bij aan gevoelens van wantrouwen. Het niet ontwikkelen van het juiste niveau van vertrouwen kan leiden tot angststoornissen en de overtuiging dat de wereld onvoorspelbaar en oneerlijk is.

Geen enkel kind zal 100% vertrouwen of 100% wantrouwen ontwikkelen, maar volgens Erik Erikson heeft een succesvolle ontwikkeling er alles mee te maken hoe deze twee tegengestelde zaken zich verhouden met elkaar. In het meest ideale geval ontstaat er een status waarbij het kind de openheid om te ervaren ervaart, getemperd door enige behoedzaamheid en de realisatie dat gevaar aanwezig zou kunnen zijn.

Fase 2: autonomie versus schaamte en twijfel (deugd: wil)

Fase 2 van de psychosociale theorie van Erikson gaat over autonomie versus schaamte en twijfel. Deze fase begint vanaf ongeveer het eerst levensjaar en duurt normaal gesproken enkele jaren. In deze fase ontwikkelen kinderen enig gevoel van persoonlijke controle.

Vergeleken met de eerste fase van de theorie ontwikkelen kinderen een beetje zelfstandigheid. Ze voeren basishandelingen zelf uit en nemen simpele beslissingen over wat ze het liefste doen. Het is belangrijk om kinderen in deze fase de ruimte te geven om zelf beslissingen te maken. Door hen enige controle te geven, kunnen ouders hun kinderen helpen om een gevoel van autonomie te ontwikkelen.

In deze fase begint normaal gesproken ook zindelijkheidstraining. Dit is een essentieel thema in de opvoeding van kinderen, met name in de ontwikkeling van een gevoel van autonomie.

Net als Sigmund Freud geloofde Erikson dat zindelijkheidstraining zeer belangrijk is, maar om andere redenen. Volgens Erik Erikson is het leren beheersen van lichaamsfuncties noodzakelijk voor het creëren van een gevoel van onafhankelijkheid. Andere zaken die hieraan bijdragen zijn keuze over voedsel, speelgoed en kleding.

Kinderen die niet zelf keuzes mogen en kunnen maken zullen zich later schamen voor ongelukjes of fouten die ze maken. Zij worden dus achtergelaten zonder een gevoel van controle. Aan de andere kant zal succes in deze fase leiden tot gevoelens van autonomie.

Erikson geloofde dat een goede balans tussen autonomie en schaamte leidt tot de overtuiging dat kinderen kunnen handelen met intentie, binnen redelijke grenzen.

Fase 3: Initiatief versus schuld (deugd: zin)

De derde fase van de psychosociale theorie van Erik Erikson gaat over het nemen van initiatief versus het voelen van schuld. Deze fase begint tijdens de periode voordat de peuters naar school gaan, de voorschoolse jaren. In deze fase van hun ontwikkeling beginnen kinderen hun macht en controle over de wereld te laten zien door deelname in spelletjes en andere sociale interacties.

Kinderen die met succes deze fase doorlopen, voelen zich in staat om het voortouw te nemen in sociale situaties en om anderen te leiden. Zij die deze vaardigheden niet verwerven, blijven achter met gevoelens van schuld en twijfel. Zij laten een gebrek aan initiatief zien en mogelijk een gebrek aan zelfvertrouwen.

Het belangrijkste aan deze fase is dat kinderen controle en macht over hun omgeving moeten gaan uitoefenen. Succes in deze fase zal leiden tot een gevoel van zelfstandigheid.

Fase 4: vlijt versus minderwaardigheid (deugd: competentie)

Deze vierde fase draait om vlijt versus minderwaardigheid en lijkt enigszins op de vorige fase. De vierde psychosociale fase begint ongeveer vanaf het vijfde levensjaar, tot een jaar of 11. Kinderen beginnen in deze fase door middel van sociale interacties een gevoel van trots te ontwikkelen op hun capaciteiten en prestaties.

Kinderen leren in deze jaren om te gaan met druk en nieuwe en sociale en academische eisen. Succes bij het aangaan van deze uitdagingen zal leiden tot een gevoel van competentie. Falen kan leiden tot een gevoel van minderwaardigheid. Dit heeft ook weer te maken met voorgaande fasen. Indien kinderen eerder geleerd zijn dat ze fouten mogen maken, dan zal een mislukking op latere leeftijd minder snel leiden tot gevoelens van falen of minderwaardigheid.

Kinderen die in deze fase extra worden aangemoedigd door hun ouders en docenten, zullen een diep geloof in hun vaardigheden ontwikkelen. Zij die geen of weinig aanmoediging krijgen, zullen sneller twijfelen aan hun capaciteiten om succesvol te zijn.
Het vinden van een balans in deze fase van de psychosociale theorie leidt tot een kracht die bekend staat als doelgerichtheid.

Fase 5: identiteit versus verwarring (deugd: loyaliteit)

De vijfde psychosociale fase uit de psychosociale theorie van Erikson gaat over de vorming van identiteit. Deze fase vindt plaats tijdens de tienerjaren, die vaak turbulent zijn. Deze fase speelt een cruciale rol bij het ontwikkelen van een persoonlijke identiteit. Deze identiteit blijft voor de rest van iemands leven bij deze persoon en heeft grote invloed op gedrag en ontwikkeling.

Tieners moeten in deze fase een gevoel van eigenwaarde en persoonlijke identiteit opbouwen. Succes in deze fase zal leden tot een sterk vermogen om trouw te blijven aan jezelf en geloof in jezelf, terwijl falen zal leiden tot rolverwarring en een zwak gevoel van eigenwaarde.

Tijdens de adolescentie verkennen jongeren hun onafhankelijkheid en horen ze zichzelf te ontwikkelen. Zij die de juiste aanmoediging en versterking krijgen, zullen uit deze fase komen met een sterk gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Zij die minder goed uit deze fase komen, zullen vaker kampen met onzekere gevoelens en zullen zich vaker verward voelen.
Wanneer psychologen over identiteit praten, verwijzen ze vaak naar de idealen en overtuigingen van iemand. Het succesvol voltooien van deze fase leidt volgens Erik Erikson tot het vermogen om te leven volgens de normen en verwachtingen van de samenleving.

Hij geloofde dat elke fase van de psychosociale theorie belangrijk was, maar hij legde een bijzondere nadruk op de ontwikkeling van de ego-identiteit. De ego-identiteit is het bewuste zelfgevoel dat mensen ontwikkelen door middel van sociale interacties. Dit wordt een centraal aandachtspunt tijdens de identiteitsvormingsfase versus de verwarringsfase.
De persoonlijke identiteit geeft de mens een geïntegreerd en samenhangend gevoel over onszelf dat het hele leven voortduurt. Dit gevoel van persoonlijke identiteit wordt gevormd door interacties met anderen. Deze identiteit helpt de mens om acties, overtuigingen en gedragingen te sturen gedurende het ouder worden.

Fase 6: intimiteit versus isolatie (deugd: liefde)

De zesde fase gaat over het ontwikkelen van intimiteit versus isolatie. Deze fase van de psychosociale theorie van Erikson begint in de vroege volwassenheid, de periode waarin mensen intieme relaties aangaan, testen en onderzoeken.

Erik Erikson geloofde dat het van cruciaal belang is dat mensen toegewijde relaties met anderen aangaan. Zij die succesvol zijn in deze fase zijn beter in staat om duurzame en veilige relaties aan te gaan.

Elke fase borduurt verder op de vaardigheden die in de vorige fasen zijn geleerd. Hij geloofde daarom dat een sterk gevoel van eigenwaarde en persoonlijke identiteit bijdraagt aan het vermogen om relaties met anderen te ontwikkelen. Studies hebben daarna aangetoond dat mensen met een slecht gevoel van eigenwaarde veel meer moeite hebben om een toegewijde relatie te starten.

Zij hebben meer kans op eenzaamheid, depressie en emotioneel isolement. Het succesvol doorlopen van deze fase levert een deugd op die bekend staat als liefde. Het wordt gekenmerkt door het vermogen om liefdevolle en betekenisvolle relaties aan te gaan.

Fase 7: generativiteit versus stagnatie (deugd: zorg)

De zevende fase van de psychosociale theorie van Erikson gaat over generativiteit versus stagnatie. Volwassenen dienen in deze fase dingen te koesteren of creëren die voor een langere tijd meegaan. Succes in deze fase leidt tot gevoelens van succes en prestatie, terwijl falen leidt tot gevoelens van oppervlakkige betrokkenheid bij de wereld. Generativiteit is de wens van ouderen om na hun dood iets achter te laten dat hen overleeft. In algemene zin gaat het hier om het krijgen van kinderen.

Deze fase begint grofweg wanneer mensen een middelbare leeftijd hebben bereikt. Tijdens de volwassenheid blijven mensen hun leven opbouwen. Hierbij wordt vooral gefocust op de loopbaan en het gezin. Zij die in deze fase succesvol zijn, hebben sterk het gevoel dat ze iets bijdragen aan de wereld door actief te zijn in hun gezin en gemeenschap. Zij die zich hier niet mee bezighouden, voelen zich soms onproductief en niet betrokken.

Het product van succes in deze fase is zorg. Ook wordt een gevoel van trots ervaren, wanneer mensen in deze fase hun kinderen zien opgroeien tot volwassenen die zelf een nieuwe identiteit vormen.

Fase 8: integratie versus wanhoop (deugd: wijsheid)

De laatste en achtste fase van de psychosociale theorie van Erikson vindt plaats in de ouderdom en is gefocust op het terugkijken op het leven. Op dit punt in de ontwikkeling van mensen kijken zij terug op bepaalde gebeurtenissen en bepalen ze op ze gelukkig zijn met het leven dat ze hebben gehad. Vaak krijgen mensen in deze fase spijt van dingen die ze hebben gedaan of juist niet hebben gedaan.

De theorie van Erikson is een van de weinige theorieën die een fase beschrijft in de ouderdom. Succes in deze fase leidt tot gevoelens van wijsheid. Falen in deze fase leidt tot spijt, bitterheid en wanhoop.

In deze fase maken mensen de balans op. Ze voelen zich ofwel dankbaar en tevreden, of bang en ontevreden. Ouderen kunnen het gevoel krijgen dat hun leven verspild. De persoon zal dan tot aan het moment van sterven achterblijven met gevoelens van bitterheid.

De mensen die wel trots zijn op hun prestaties, zullen een gevoel van integriteit en wijsheid ontwikkelen. Succesvol zijn in deze fase betekent dat er geen of weinig spijt aanwezig is. Een algemeen gevoel van tevredenheid overheerst. Deze individuen worden door anderen gezien als wijs en krachtig, zelfs als ze met de dood worden geconfronteerd.

Word lid van Toolshero

Nu is het jouw beurt

Wat denk jij? Herken jij de uitleg over de psychosociale theorie van Erikson? Herken jij enkele van de fasen in jouw eigen ontwikkeling? Of zie je de fasen duidelijk terugkomen bij de kinderen die je ziet opgroeien? Welke fasen zijn volgens jou het meest cruciaal voor een goede ontwikkeling? Welke tips en opmerkingen kan jij geven?

Deel jouw kennis en ervaring via het commentaar veld onderaan dit artikel.

Meer informatie

  1. Erikson, E. H., & Erikson, J. M. (1998). The life cycle completed (extended version). W. W. Norton & Company.
  2. Erikson, E. H. (1994). Identity and the life cycle. W. W. Norton & Company.
  3. Erikson, E. H. (1993). Childhood and society. W. W. Norton & Company.

Citatie voor dit artikel:
Janse, B. (2022). Theorie van Erikson, ontwikkelingspsychologie. Retrieved [insert date] from Toolshero: https://www.toolshero.nl/psychologie/theorie-van-erikson/

Gepubliceerd op: 28/07/2022 | Laatste update: 15/08/2022

Wilt u linken naar dit artikel, dat kan!
<a href=”https://www.toolshero.nl/psychologie/theorie-van-erikson/”>Toolshero: Theorie van Erikson, ontwikkelingspsychologie</a>

Interessant artikel?

Geef je waardering of deel het artikel via social media!

Gemiddelde beoordeling 4.2 / 5. Totaal aantal beoordelingen: 6

Dit artikel is nog niet beoordeeld! Wees de eerste met jouw beoordeling.

We vinden het jammer dat het artikel niet waardevol voor je was

Laat ons dit artikel verbeteren!

Vertel ons wat er beter kan aan het artikel? Wat mis je bijvoooebeeld of wat kan worden aangevuld?

Ben Janse
Article by:

Ben Janse

Ben Janse is een young professional en werkzaam als Content Manager bij Toolshero. Daarnaast houdt hij zich binnen zijn studie International Business aan de Hogeschool Rotterdam bezig met het analyseren en ontwikkelen van managementmodellen. Dankzij zijn theoretische en praktische kennis weet hij hoofd- en bijzaken goed te onderscheiden waardoor de essentie van elk artikel goed naar voren komt.

Tags:

Geef een reactie