Carl Rogers biografie en theorie
Carl Rogers (Carl Ransom Rogers; 8 januari 1902 – 4 februari 1987) is een Amerikaanse psycholoog en auteur en een van de grondleggers van de humanistische benadering van psychologie en cliëntgerichte psychotherapie, oftewel client centered therapy. Carl Rogers wordt daarnaast beschouwd als een van de pioniers van psychotherapeutisch onderzoek. Hij heeft onderzocht of mensen zichzelf door en door kennen en of ze vertrouwen hebben in de intrinsieke waarde van hun eigen ervaringen. Dit artikel bevat zijn biografie, quotes en publicaties.
Biografie Carl Rogers
Carl Rogers is geboren in Chicago, waar hij samen met zijn ouders, broers en zussen woonde. Zijn ouders waren strenggelovige protestanten waardoor hij godsdienstig opgroeit. Het gezin woonde op een boerderij en had een hechte band met elkaar.
Carl Rogers hield van zijn familie en bracht liever tijd door met zijn broers dan met zijn vrienden. Hij was daarom op jonge leeftijd al afgezonderd en onafhankelijk. Carl Rogers hield daarnaast van lezen, en hij was zeer geïnteresseerd in wetenschappelijke landbouw.
Ondanks zijn interesse in landbouw, raakte hij meer geïnteresseerd in religie. Carls Rogers studeerde in 1924 geschiedenis aan de University of Wisconsin.
Tijdens zijn studietijd naam hij deel aan een internationale christelijke conferentie waarmee hij op een expeditie naar China ging. De expeditie inspireerde hem om op een minder strenge manier het christelijk geloof te volgen.
Terwijl Carl Rogers zijn studie vervolgde, trouwde hij in 1924 met Helen Elliot. Net als vele anderen was hij zijn carrièrepad aan het uitstippelen. Carl Rogers besloot vervolgens om zich in te schrijven bij de Union Theological Seminary, ook in 1924.
Terwijl Carl Rogers aan zijn carrière werkte, begon hij met het stichten van zijn eigen gezin. Het eerste kind van het stel, David, werd geboren in 1926, en hun dochter werd geboren in 1928. Helaas verliet hij voortijdig de Union Theological Seminary.
In 1927 besloot Carl Rogers om een master psychologie te gaan volgen aan de Colombia University in New York. Gelukkig beviel de studie hem en behaalde hij in 1931 een PhD in klinische psychologie onder Goodwin Watson aan de Colombia University. Door zijn onderzoek naar klinische psychologie werd hij gespecialiseerd in psychologische tests.
Vanaf 1928 werkte Carl Rogers naast zijn studie ook als kinderpsycholoog aan het Child Study Department van de Rochester Society voor kinderbescherming. In die periode raakte hij vertrouwd met therapietechnieken die hem inspireerden om zijn eigen aanpak te ontwikkelen.
Ondanks zijn motivatie om zijn eigen therapietechnieken te ontwikkelen, raakte Carl Rogers ontevreden over zijn succes in de psychologie. Hij zei dat zijn patiënten makkelijker konden vaststellen waar ze aan moesten werken dan hij dat kon.
Carl Rogers heeft daarom een verhandeling The Clinical Treatment of the Problem Child geschreven en gepubliceerd. Dit document werd steeds bekender. De verhandeling trok de aandacht van de Ohio University, en bood Carl Rogers een baan aan als hoogleraar klinische psychologie op de universiteit.
Theorie
Carl Rogers stelde vast dat cliënten bij een cliëntgerichte psychotherapie vaak laten zien dat ze in staat zijn om zichzelf te begeleiden bij hun behandeling. Hij noemde dit een ‘non-directieve aanpak’. Hij begon zijn theorieën te conceptualiseren in de taal van de wetenschap, zodat deze voortdurend konden worden getest.
Van 1942 tot 1944 was Carl Rogers voorzitter van de klinische afdeling van de American Association for Applied Psychology. Daarnaast was hij van 1946 tot 1947 voorzitter van de American Psychological Association.
Hij was ook trainer voor het personeel van de United Service Organization tijdens de Tweede Wereldoorlog waar hij de personeelscounselingtechnieken trainde. Vanwege zijn bijdragen aan de United Service Organization werd Carl Rogers later door de University of Chicago uitgenodigd om een nieuw counselingcentrum op te richten.
Hij en zijn gezin verhuisden in 1945 naar Chicago, en Carl Rogers ging als hoogleraar werken aan de University of Chicago. Tijdens zijn functie kon hij de effectiviteit van zijn onderzoeksmethodes meten. Zijn bevindingen zijn meerdere keren gepubliceerd.
In 1956 ontving Carl Rogers de Distinguished Scientific Contribution Award van de American Psychological Association. Hij ontving de onderscheiding voor zijn oorspronkelijke methode om de beschrijving en analyse van het psychotherapeutische proces te objectiveren, voor het formuleren van een toetsbare theorie van psychotherapie en de effecten ervan op persoonlijkheid en gedrag, voor uitgebreid systematisch onderzoek om de waarde van de methode te laten zien en te onderzoeken, en de implicaties van de theorie te testen.
Van 1957 tot 1964 werkte hij als hoogleraar psychiatrie en psychologie aan de University of Wisconsin in Madison. In die tijd ontwikkelde hij het concept ‘actief luisteren‘.
De ongebruikelijke onderzoeksmethoden van Carl Rogers hebben wetenschappelijke innovaties in de psychologie geïnspireerd.
Zijn ‘non-directieve aanpak’ is toegepast op onderwijs, culturele relaties, en andere servicegebieden. Carl Rogers heeft verschillende boeken geschreven en zijn theorieën hebben bovendien de moderne psychotherapie en de geestelijke gezondheidszorg beïnvloed.
Bekende quotes
- “The curious paradox is that when I accept myself just as I am, then I can change.”
- “The only person who is educated is the one who has learned how to learn and change.”
- “What is most personal is most universal.”
- “What I am is good enough if I would only be it openly.”
- “I’m not perfect… But I’m enough.”
- “there is direction but there is no destination”
- “we cannot change, we cannot move away from what we are until we thoroughly accept what we are. Then change seems to come about almost unnoticed.”
- “The good life is a process, not a state of being. It is a direction, not a destination.”
- “once an experience is fully in awareness, fully accepted, then it can be coped with effectively, like any other clear reality.”
- “We think we listen, but very rarely do we listen with real understanding, true empathy. Yet listening, of this very special kind, is one of the most potent forces for change that I know.”
- “Growth occurs when individuals confront problems, struggle to master them, and through that struggle develop new aspects of their skills, capacities, views about life.”
- “People are just as wonderful as sunsets if you let them be. When I look at a sunset, I don’t find myself saying, “Soften the orange a bit on the right hand corner.” I don’t try to control a sunset. I watch with awe as it unfolds.”
boeken, publicaties en artikelen van Carl Rogers et al.
- 1986. Reflection of feelings. Person-Centered Review, 14, 375-377.
- 1985. Toward a more human science of the person. Journal of Humanistic Psychology, 254, 7-24.
- 1983. Freedom to learn for the 80’s. No. 371.39 R724f. Ohio, US: Merrill Publishing, 1983.
- 1979. The foundations of the person-centered approach. Education, 1002.
- 1975. Empathic: An unappreciated way of being. The counseling psychologist, 52, 2-10.
- 1974. Client-centered theory: Carl R. Rogers.
- 1972. Becoming partners.
- 1970. Carl Rogers on encounter groups.
- 1967. The therapeutic relationship and its impact: A study of psychotherapy with schizophrenics.
- 1966. Client-centered therapy. Washington, DC: American Psychological Association.
- 1964. Toward a modern approach to values: The valuing process in the mature person. The Journal of Abnormal and Social Psychology, 682, 160.
- 1963. Toward a science of the person. Journal of Humanistic Psychology, 32, 72-92.
- 1963. Actualizing tendency in relation to “Motives” and to consciousness.
- 1962. The interpersonal relationship. Harvard Educational Review, 324, 416-429.
- 1961. The characteristics of a helping relationship. On becoming a person, 39-58.
- 1960. Development of a scale to measure process changes in psychotherapy. Journal of Clinical Psychology, 161, 79-85.
- 1958. The characteristics of a helping relationship. The Personnel and Guidance Journal, 371, 6-16.
- 1957. The necessary and sufficient conditions of therapeutic personality change. Journal of consulting psychology, 212, 95.
- 1957. Active listening. Industrial Relations Center of the University of Chicago.
- 1956. Some issues concerning the control of human behavior. Science, 1243231, 1057-1066.
- 1956. Clientcentered theory. Journal of Counseling Psychology, 32, 115.
- 1955. Persons or science? A philosophical question. American Psychologist, 107, 267.
- 1954. Toward a theory of creativity. ETC: A review of general semantics, 249-260.
- 1954. Psychotherapy and personality change.
- 1952. Client-Centered Psychotherapy. Scientific American, 1875, 66-75.
- 1947. Some observations on the organization of personality. American Psychologist, 29, 358.
- 1946. Significant aspects of client-centered therapy. American Psychologist, 110, 415-422.
- 1945. The nondirective method as a technique for social research. American journal of sociology, 504, 279-283.
- 1942. Counselling and psychotherapy. Vol. 298. Boston: Houghton Mifflin.
- 1939. The clinical treatment of the problem child.
Citatie voor dit artikel:
Zeeman, A. (2018). Carl Rogers. Retrieved [insert date] from Toolshero: https://www.toolshero.nl/bekende-auteurs/carl-rogers/
Oorspronkelijke publicatiedatum: 24/07/2018 | Laatste update: 11/04/2024
Wilt u linken naar dit artikel, dat kan!
<a href=”https://www.toolshero.nl/bekende-auteurs/carl-rogers/”>Toolshero: Carl Rogers</a>