Cattell 16 persoonlijkheidsfactoren theorie
Cattell 16 persoonlijkheidsfactoren theorie: in dit artikel wordt de Cattell 16 persoonlijkheidsfactoren theorie praktisch uitgelegd. Na het lezen begrijp je de basis van deze uitgebreide persoonlijkheidstheorie.
Wat is de Cattell 16 persoonlijkheidsfactoren theorie?
De Cattell 16 persoonlijkheidsfactoren theorie is een beoordelingsinstrument voor het vaststellen van iemands persoonlijkheid, meestal in de vorm van een test bestaande uit een vragenlijst.
Door middel van het invullen van de vragen worden verschillende karaktereigenschappen van een persoonlijkheid geïdentificeerd en vervolgens wordt aan de combinatie van karaktereigenschappen een overkoepelende naam gegeven.
Volgens verschillende persoonlijkheidstheorieën bestaat de menselijke persoonlijkheid uit een aantal brede karaktereigenschappen of disposities. De grondleggers van dergelijke theorieën probeerden elk mogelijk kenmerk te beschrijven.
Een voorbeeld hiervan is psycholoog Gordon Allport. Hij identificeerde meer dan 4500 woorden, uit het Engelse woordenboek, die gebruikt konden worden om persoonlijkheidstrekken te beschrijven.
Later analyseerde Raymond Cattell deze lijst en reduceerde deze tot 171 kenmerken, voornamelijk door termen die overbodig, dubbel of ongewoon waren te verwijderen uit zijn lijst.
Hij gebruikte factoranalyse, ontwikkeld door Charles Spearman, om eigenschappen te identificeren die met elkaar in verband stonden en om te zien welke elementen het meest invloedrijk of belangrijk waren.
Door het gebruik van deze techniek was hij in staat om een lijst van de 16 meest belangrijke persoonlijkheidsfactoren te creëren.
Volgens de Cattell 16 persoonlijkheidsfactoren theorie is er een continuüm van persoonlijkheidskenmerken. Dat wil zeggen dat elke persoon tot op zekere hoogte elk van de 16 eigenschappen bezit, maar dat de ene meer van toepassing kan zijn dan de andere.
Waar sommige mensen heel fantasierijk zijn, kunnen anderen juist heel praktisch en realistisch zijn.
In 1949 publiceerde de psycholoog zijn Cattell 16 persoonlijkheidsfactoren theorie, ook wel bekend als de 16PF.
Factoranalyse
Geïntroduceerd en opgericht door Pearson in 1901 en verder ontwikkeld door Spearman in 1904, is factoranalyse een tegenwoordig nog veelgebruikte methode om relaties tussen variabelen te identificeren. Grote clusters en groeperingen van gegevens worden vervangen en weergegeven door een factor in de vergelijking.
Omdat de clusters en groeperingen van, in dit geval, vele karaktereigenschappen worden teruggebracht tot enkele beschrijvingen, beginnen de definities die deze clusters vertegenwoordigen zich langzaam te vormen tot een accurate beschrijving.
In de vroege stadia van dit proces werd de methode weinig gebruikt, waarschijnlijk vanwege de enorme hoeveelheid handberekeningen die nodig waren om nauwkeurige resultaten te bepalen. Later zou een wiskundige basis worden ontwikkeld die zou bijdragen aan het eenvoudiger maken van het proces en dus aan de populariteit van de methode.
Tegenwoordig maakt het gebruik van supercomputers factoranalyse een stuk eenvoudiger dan in de jaren 90 van de vorige eeuw. Alleen toegewijde onderzoekers waren in staat om nauwkeurige resultaten te realiseren. Bij het uitvoeren van een factoranalyse is de meest relevante factor de selectie van variabelen die horen bij een enkel domein.
Het gebruik van een enkele karaktereigenschap resulteert in de hoogste nauwkeurigheid, maar hoe meer representatieve eigenschappen daaraan worden toegevoegd hoe accurater de beschrijving van de karaktertrek.
In termen van variabelen, verschillende karaktereigenschappen uit het woordenboek, is het onwaarschijnlijk dat meer dan 50 variabelen worden gebruikt onder de verschillende domeinen.
Volgens onderzoek van Goldberg en Digman zou de standaard steekproefomvang voor dergelijke karakterbeschrijvingen ongeveer tussen de 500 en 1000 deelnemers liggen. Cattell verzamelde de meerderheid van de gegevens uit beoordelingen van leeftijdsgenoten.
Zelf evaluerende vragenlijsten, ook bekend als Q-data, verzamelden gegevens door deelnemers te vragen om hun eigen gedrag te beoordelen.
De andere methode voor het verzamelen van deze data was het creëren van een situatie waarin deelnemers zich niet bewust waren van het feit dat een bepaald persoonlijkheidskenmerk bij hen werd geobserveerd en vastgelegd.
Door de immense afname van informatie was de theorie van Cattell representatief voor verschillende leeftijdsgroepen zoals adolescenten, volwassenen en kinderen. Ook vertegenwoordigde de theorie verschillende landen, waaronder Frankrijk, Duitsland, India, Japan en de Verenigde Staten.
De 16 persoonlijkheidsfactoren
De onderstaande eigenschappen vertegenwoordigen brede gebieden van persoonlijkheden volgens de Cattell 16 persoonlijkheidsfactoren theorie. De verschillende groeperingen van kenmerken komen bij veel mensen voor.
Mensen die bijvoorbeeld veel behoefte hebben aan sociaal contact, hebben de neiging om spraakzamer en meer open te zijn. Deze komen echter niet altijd samen voor bij een bepaald iemand.
Persoonlijkheid is complex en ieder persoon kan gedrag vertonen conform deze verschillende eigenschappen. Verder is gedrag een interactie tussen persoonsgebonden en situationele variabelen. De situatie waarin een persoon zich bevindt speelt dus een grote rol.
Cattell identificeerde de volgende karaktereigenschappen:
Emotionele betrokkenheid
Het verlangen om intieme relaties te ontwikkelen met anderen: uitgaand versus gereserveerd
Emotionele stabiliteit
Hoe kalm er gereageerd wordt op wat het leven eist of wat er in het leven gebeurd: rustig versus gespannen
Levendigheid
Hoe vrij en spontaan een persoon zich uit: spontaan versus ingetogen
Sociaal zelfverzekerd
De mate waarin iemand zich op zijn gemak voelt in sociale situaties: onbevangen versus verlegen
Waakzaamheid
De mate waarin iemand voorzichtig is met betrekking tot intenties en motieven van anderen: achterdochtig versus vertrouwend
Geslotenheid
Hoezeer iemand persoonlijke informatie voor zichzelf wenst te houden: discreet versus openheid
Openheid voor verandering
De mate waarin iemand geniet van nieuwe situaties en ervaringen: flexibel versus aan het vertrouwde bindend
Perfectionistisch
De noodzaak die iemand voelt om te vertrouwen op structuur in plaats van dingen aan het toeval over te laten: gecontroleerd versus ongedisciplineerd
Redenerend vermogen
De mate waarin iemand numerieke en verbale problemen en connecties kan identificeren en oplossen: abstract versus concreet
Dominantie
De neiging om invloed te hebben en anderen te beheersen: krachtig versus onderdanig
Regelbewustheid
De mate waarin waarde wordt gehecht aan opgelegde regels: conformeren versus niet-conformeren
Gevoeligheid
De mate waarin emoties en gevoelens van anderen iemand beïnvloeden: teder versus stoer
Abstractheid
De hoeveelheid aandacht die iemand geeft aan abstracte in plaats van concrete observaties: fantasierijk versus praktisch
Onzekerheid
Hoezeer iemand geneigd is tot zelfkritiek: zelfkritisch versus zelfverzekerd
Zelfstandigheid
De mate waarin iemand zijn eigen oordeel en capaciteiten vertrouwt en kiest voor solistisch werken: zelfredzaam versus afhankelijk
Gespannenheid
De mate waarin iemand gefrustreerd kan raken door verschillende situaties: ongeduldig versus ontspannen
De karaktereigenschappen kunnen voor de eenvoud ondergebracht worden in de volgende vijf globale factoren: extraversie, ongerustheid, hardheid, onafhankelijkheid en zelfcontrole.
De Cattell 16 persoonlijkheidsfactoren theorie toegepast
Vanwege de wetenschappelijke achtergrond van Cattell en zijn 16PF-theorie, wordt deze gebruikt in een breed scala aan contexten. De test wordt afgenomen en gebruikt in bijvoorbeeld industriële, organisatorische, onderzoeks-, onderwijs- en medische omgevingen. Daarnaast gebruiken (bedrijf)psychologen het om:
- Informatie te verschaffen bij beroepsbegeleiding
- Te assisteren bij personeelsselectie: promotie, coaching en loopbaanontwikkeling
- Aanvullende klinische diagnoses te stellen, prognose en therapieplanning
- Persoonlijkheidsfactoren te identificeren die compatibiliteit en tevredenheid van een huwelijk kunnen voorspellen
- Hulp te verschaffen bij het identificeren van academische, emotionele en sociale problemen bij studenten en volwassenen
Nu is het jouw beurt
Wat denk jij? Herken jij de uitleg over de Cattell 16 persoonlijkheidsfactoren theorie? Herken jij bepaalde eigenschappen bij jezelf of anderen? In welke mate denk jij dat je deze informatie kan gebruiken om een vollediger zelfbeeld te creëren?
Deel jouw kennis en ervaring via het commentaar veld onderaan dit artikel.
Als je het artikel handig of praktisch vond voor jouw eigen kennis, deel dit vooral met jouw netwerk of meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief.
Meer informatie
- Cattell, R. B., Eber, H. W., & Tatsuoka, M. M. (1970). Handbook for the sixteen personality factor questionnaire (16 PF): In clinical, educational, industrial, and research psychology, for use with all forms of the test. Institute for Personality and Ability Testing.
- Cattell, R. B., & Chevrier, J. M. (1994). The 16 PF Fifth Edition. Institute for Personality and Ability Testing Incorporated.
- Matthews, G., Deary, I. J., & Whiteman, M. C. (2003). Personality traits. Cambridge University Press.
Citatie voor dit artikel:
Janse, B. (2018). Cattell 16 persoonlijkheidsfactoren theorie. Retrieved [insert date] from Toolshero: https://www.toolshero.nl/psychologie/cattell-16-persoonlijkheidsfactoren-theorie/
Published on: 01/11/2018 | Last update: 14/04/2022
Wilt u linken naar dit artikel, dat kan!
<a href=” https://www.toolshero.nl/psychologie/cattell-16-persoonlijkheidsfactoren-theorie/a>