Friedrich Nietzsche biografie, citaten en boeken
Friedrich Nietzsche (15 oktober 1844 – 25 augustus 1900) was niet alleen een bekende Duitse filosoof en cultuurcriticus, maar ook componist, dichter en filoloog (een type taalkundige). Hij wordt als een van de meest invloedrijke moderne denkers beschouwd. Friedrich Nietzsche stond vooral bekend om zijn radicale kritiek op de westerse rationalistische traditie en de traditionele Europese moraal en religie. Zijn ideeën over atheïsme werden weerspiegeld in zijn uitspraken, zoals ‘God is dood’. Hij betoogde dat de hemel een onwerkelijke plaats was en dat de opkomst van de wetenschap zou leiden tot de dood van het christendom.
De biografie van Friedrich Nietzsche
Nietzsche werd geboren op 15 oktober 1844 in Röcken, Duitsland. Hij groeide op omringd door vrouwen: zijn moeder Franziska, zijn 2 jaar jongere zusje Elisabeth, zijn grootmoeder en zijn twee tantes. Zijn vader Karl, een lutherse predikant, stierf toen Friedrich nog maar vier jaar oud was.
Na de dood van zijn vader verhuisde het gezin naar Naumburg. Hier ging hij naar een nabijgelegen middelbare school, genaamd Schulpforta – of Pforta – een voormalig klooster en een school voor begaafde leerlingen. Daarna vervolgde hij zijn studie aan de Universiteit van Bonn, waar hij theologie begon te studeren, maar later overstapte naar filologie.
In 1865 maakte Friedrich Nietzsche kennis met het werk van de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer. Hij liet zich sterk inspireren door Schopenhauers boek ‘De wereld als wil en voorstelling’. In dit boek betoogde Schopenhauer dat de wereld die mensen ervaren niet op zichzelf bestaat, maar alleen bestaat als een representatie van een bewust subject. Hij beschouwde het als een objectivering van de ene wil, de innerlijke essentie van alles.
Schopenhauers ideeën verschoven vanaf dat moment Nietzsches interesse van filologie naar filosofie. In zijn vroege leven als filosoof werd hij sterk beïnvloed door het werk van Schopenhauer, maar ook door het werk van Friedrich Albert Lange, een Duitse filosoof en socioloog, en Richard Wagner, een Duitse dichter en componist. Nietzsche raakte bevriend met Wagner toen hij in 1869 werd benoemd tot hoogleraar aan de Universiteit van Bazel.
Latere leven
In 1875 leed Nietzsche aan een intellectuele en emotionele crisis, die werd gevolgd door een breuk met de ideeën van Wagner en Schopenhauer. Waar hij aanvankelijk in 1873 zijn essay ‘Schopenhauer as Educator’ schreef, bekende hij nu eind 1876 dat hij de filosofie van Schopenhauer niet langer kon ondersteunen.
In 1878 nam Friedrich Nietzsche publiekelijk afstand van zijn eigen eerdere opvattingen en stapte hij over in de richting van de filosofische school van het positivisme. Rede, logica en wetenschap werden vervolgens vóór kunst, introspectie en intuïtie geplaatst.
In 1879 moest Nietzsche zijn positie als hoogleraar aan de Universiteit van Bazel opgeven vanwege zijn verslechterende gezondheid. Hij leed aan migraineaanvallen, misselijkheid en problemen met zijn gezichtsvermogen, tot het punt dat hij zijn taken niet langer kon uitvoeren. Daarom reisde hij naar de warmere klimaten van onder meer Sils, Nice, Genua en Turijn, in de hoop zijn gezondheid te verbeteren.
Dood Friedrich Nietzsche
In januari 1889, op 44-jarige leeftijd, zakte Nietzsche mentaal in elkaar in de straten van Turijn. Het leek erop dat hij waanideeën kreeg; hij dwaalde naakt door de straten en dreigde zelfs de Duitse keizer te laten doodschieten. Vanwege deze zenuwinzinking bracht zijn vriend Franz Overbeck Friedrich naar Bazel, waar hij uitgebreid werd onderzocht in een psychiatrische instelling.
Aanvankelijk was hij nog enigszins aanspreekbaar, maar gaandeweg werd hij apathischer, tot het punt dat hij zijn vrienden niet meer herkende. De laatste elf jaar van zijn leven, van 1889 tot 1900, kon Nietzsche ook niet meer voor zichzelf zorgen, laat staan schrijven. Toen de behandeling definitief onmogelijk en niet succesvol bleek, zorgden zijn moeder en zus voor hem.
Tot voor kort gingen de meeste deskundigen ervan uit dat Nietzsches geestelijke achteruitgang het gevolg was van syfilis, die hij in zijn jonge jaren opliep toen hij tijdens zijn studie een bordeel bezocht. Latere diagnoses omvatten echter mogelijke degeneratie van de hersenbloedvaten en een tumor van de hersenvliezen achter zijn rechteroog.
Friedrich Nietzsche stierf uiteindelijk op 25 augustus 1900 op 55-jarige leeftijd aan een beroerte, gecompliceerd door een longontsteking.
Friedrich Nietzsches filosofie
Uit het werk van Nietzsche blijkt zijn bereidheid om zichzelf tegen te spreken en zijn opvattingen te herzien. Door de tegenstrijdigheden in zijn werk kan zijn ontwikkeling grofweg in drie fasen worden verdeeld:
- Eerste periode: Nietzsche prees en verheerlijkte Schopenhauer en Wagner, evenals de kunst en cultuur van de oude Grieken.
- Tweede periode: Nietzsche keerde zich tegen zijn vroegere idealen en bekeek alles nu meer vanuit de filosofische visie van het positivisme.
- Derde periode: Nietzsche ontwikkelde zijn eigen waardetheorie, waarbij hij zich losmaakte van het positivisme, met begrippen als ‘God is dood’, ‘de wil tot macht’ en ‘de eeuwige terugkeer’.
Nietzsche is misschien wel het meest bekend vanwege zijn kritiek op de traditionele Europese moraal en religie (het christendom). Hij deed de beroemde uitspraak ‘God is dood’. Het idee was niet zozeer dat het atheïsme waar is, maar dat het christendom op zijn einde liep. Daarom was de hele Europese moraal, die op deze religie was gebouwd, voorbestemd om in te storten.
Hij onderstreepte de schadelijke kant van de moraliteit, die het voor ons mensen moeilijk maakt om een andere manier van leven voor te stellen. We worden daarom geconfronteerd met een uitdagend en langdurig restauratieproject, waarbij onze geliefde manier van leven in twijfel moet worden getrokken, onderzocht en ontmanteld moet worden, en vervolgens op een gezondere manier moet worden gereconstrueerd.
De meest uitgebreide ontwikkeling van deze kritiek op de moraal komt voor in Nietzsches ‘De genealogie van de moraal’. Dit werk bestaat uit drie componenten, elk gewijd aan een centraal moreel idee:
- In het eerste component bekritiseert Nietzsche het idee dat moreel bewustzijn fundamenteel bestaat uit altruïstische zorg voor anderen. In plaats daarvan stelt hij dat moraliteit alles te maken heeft met historische innovatie. Als gevolg van historische gebeurtenissen en hiërarchie is onze moraliteit neergekomen op een wraakzuchtige poging om het geluk van de bevoorrechte elite te verpesten, in plaats van op een hooghartige, onpartijdige en strikt rationele zorg voor anderen.
- In het tweede component, dat gaat over schuldgevoelens en een slecht geweten, gaat Nietzsches voornaamste zorg uit naar de bedreiging die gemoraliseerd schuldgevoel vormt op de psychische gezondheid. Een hoofdgedachte is dat de zuiverheid van schuld het risico met zich meebrengt dat het zich tegen de persoon zelf keert. Vrij rondzwevende schuldgevoelens kunnen hun sociale en morele betekenis verliezen en zich ontwikkelen tot een pathologisch verlangen naar zelfstraf.
- In het derde component onderzoekt Nietzsche de intensivering van een dergelijke zelfbestraffing via de idealisering van ascese. Hij benadrukt dat gezuiverde schuldgevoelens op natuurlijke wijze worden aangewend als instrument om ascese te ontwikkelen. Zijn fundamentele bezwaar tegen ascese is dat het psychologisch destructief is en praktisch zelfvernietigend.
Nietzsches vooruitzichten en belangrijkste inzichten
Centraal in Nietzsches ideeën staat het besef dat er maar één wereld is waarmee we zullen moeten leren leven. Deze wereld is een wereld van wording en een blind spel van krachten, waarvan wijzelf de producten en dragers zijn.
We moeten deze krachten niet ontkennen, maar moeten zowel de bevrijdende kanten (zoals vreugde en kracht) als de pijnlijke kanten (zoals lijden en verlies) omarmen. Elke verleiding om een bestaan en de rechtvaardiging daarvan te zoeken buiten de zuivere natuurlijkheid van de mens is een verzwakking van het leven.
Nietzsche verwachtte dat het nihilisme in de nabije toekomst een absoluut hoogtepunt zou bereiken, waarbij de christelijke traditie zou instorten. Er zal dan verandering volgen in de figuur van Zarathustra.
In Nietzsches boek ‘Also sprach Zarathustra’ uit 1885 is Zarathustra – een Iraanse profeet uit de 6e eeuw – de hoofdpersoon, die terugkeert om de ‘übermensch’ te prediken. Hij verkondigt dat er maar één wereld is en dat elke hoop op verlossing uit een hogere wereld tevergeefs is.
Volgens Nietzsche bestaat de eeuwigheid niet en daarom is de mens eindig en zal hij uiteindelijk vergaan. Je moet door pijn gekastijd worden tot een steeds sterkere liefde voor het leven zoals het is, en niet zoals een zwakke wil zou willen dat het is. Voor Nietzsche is de ultieme test van de wil om te leven de vraag of je het leven zou willen herhalen, hoe pijnlijk het ook is, oneindig, keer op keer, nooit beter of slechter dan het nu is – ‘de eeuwige herhaling van hetzelfde’.
De übermensch is de belichaming van dit testament. De übermensch is het wezen dat zichzelf heeft overstegen: “De mens is iets dat overwonnen moet worden!” (Also sprach Zarathustra).
Of we de roeping van de übermensch zullen kunnen vervullen, zal afhangen van een verandering in de huidige moraal. Deze opvatting staat diametraal tegenover hedendaagse ethische bezwaren. Volgens Nietzsche zal de toekomst uitwijzen of de mens de moed zal hebben zichzelf te overstijgen.
Citaten en quotes
- “And those who were seen dancing were thought to be insane by those who could not hear the music.”
- “Every deep thinker is more afraid of being understood than of being misunderstood.”
- “He who has a why to live for can bear almost any how.”
- “I am a forest, and a night of dark trees: but he who is not afraid of my darkness, will find banks full of roses under my cypresses.”
- “I cannot believe in a God who wants to be praised all the time.”
- “I’m not upset that you lied to me, I’m upset that from now on I can’t believe you.”
- “In heaven, all the interesting people are missing.”
- “In individuals, insanity is rare; but in groups, parties, nations and epochs, it is the rule.”
- “Is man merely a mistake of God’s? Or God merely a mistake of man?”
- “It is hard enough to remember my opinions, without also remembering my reasons for them!”
- “It is not a lack of love, but a lack of friendship that makes unhappy marriages.”
“Man is the cruelest animal.” - “No one can construct for you the bridge upon which precisely you must cross the stream of life, no one but you yourself alone.”
- “Sometimes people don’t want to hear the truth because they don’t want their illusions destroyed.”
- “That which does not kill us makes us stronger.”
- “The advantage of a bad memory is that one enjoys several times the same good things for the first time.”
- “The higher we soar the smaller we appear to those who cannot fly.”
- “The individual has always had to struggle to keep from being overwhelmed by the tribe. If you try it, you will be lonely often, and sometimes frightened. But no price is too high to pay for the privilege of owning yourself.”
- “The man of knowledge must be able not only to love his enemies but also to hate his friends.”
- “The snake which cannot cast its skin has to die. As well the minds which are prevented from changing their opinions; they cease to be mind.”
- “The surest way to corrupt a youth is to instruct him to hold in higher esteem those who think alike than those who think differently.”
- “There are no facts, only interpretations.”
- “There is always some madness in love. But there is also always some reason in madness.”
- “We should consider every day lost on which we have not danced at least once.”
- “When we are tired, we are attacked by ideas we conquered long ago.”
- “Whoever fights monsters should see to it that in the process he does not become a monster. And if you gaze long enough into an abyss, the abyss will gaze back into you.”
“Without music, life would be a mistake.” - “You have your way. I have my way. As for the right way, the correct way, and the only way, it does not exist.”
- “You must have chaos within you to give birth to a dancing star.”
Boeken en publicaties Friedrich Nietzsche et al.
Hieronder vind je een lijst met publicaties van Friedrich Nietzsche in chronologische volgorde, met de Engelse titels ernaast.
- 1858. Aus meinem Leben (From My Life)
- 1858. Über Musik (On Music)
- 1862. Napoleon III als Praesident (Napoleon III as President)
- 1862. Fatum und Geschichte (Fate and History)
- 1862. Willensfreiheit und Fatum (Freedom of Will and Fate)
- 1863. Kann der Neidische je wahrhaft glücklich sein? (Can the Envious Ever Be Truly Happy?)
- 1864. Über Stimmungen (On Moods)
- 1864. Mein Leben (My Life)
- 1868. Homer und die klassische Philologie (Homer and the Classical Philology)
- 1872. Über die Zukunft unserer Bildungsanstalten (On the Future of our Educational Institutions)
- 1872. Fünf Vorreden zu fünf ungeschriebenen Büchern (Five Prefaces on Five Unwritten Books) comprising:
- Über das Pathos der Wahrheit (On the Pathos of Truth)
- Gedanken über die Zukunft unserer Bildungsanstalten (Thoughts on the Future of Our Educational Institutions)
- Der griechische Staat (The Greek State)
- Das Verhältnis der Schopenhauerischen Philosophie zu einer deutschen Cultur (The Relation between a Schopenhauerian Philosophy and a German Culture)
- Homers Wettkampf (Homer’s Contest)
- 1872. Die Geburt der Tragödie (The Birth of Tragedy)
- 1873. Über Wahrheit und Lüge im außermoralischen Sinn (On Truth and Lies in a Nonmoral Sense)
- 1873. Die Philosophie im tragischen Zeitalter der Griechen (Philosophy in the Tragic Age of the Greeks)
- 1873-1876. Unzeitgemässe Betrachtungen (Untimely Meditations) comprising:
- 1873. David Strauss: der Bekenner und der Schriftsteller (David Strauss: the Confessor and the Writer)
- 1874. Vom Nutzen und Nachtheil der Historie für das Leben (On the Use and Abuse of History for Life)
- 1874. Schopenhauer als Erzieher (Schopenhauer as Educator)
- 1876. Richard Wagner in Bayreuth
- 1878. Menschliches, Allzumenschliches (Human, All-Too-Human)
- 1879. Vermischte Meinungen und Sprüche (Mixed Opinions and Maxims; usually treated as the second part of Menschliches, Allzumenschliches)
- 1880. Der Wanderer und sein Schatten, 1880 (The Wanderer and His Shadow; usually treated as the third part of Menschliches, Allzumenschliches)
- 1881. Morgenröte, 1881 (The Dawn)
- 1882. Die fröhliche Wissenschaft (The Gay Science)
- 1882. Idyllen aus Messina (Idylls from Messina)
- 1883. Also sprach Zarathustra (Thus Spoke Zarathustra)
- 1886. Jenseits von Gut und Böse (Beyond Good and Evil)
- 1887. Zur Genealogie der Moral (On the Genealogy of Morality)
- 1888. Der Fall Wagner (The Case of Wagner)
- 1888. Götzen-Dämmerung (Twilight of the Idols)
- 1888. Der Antichrist (The Antichrist)
- 1888. Ecce Homo
- 1888. Nietzsche contra Wagner
- 1892. Dionysos-Dithyramben (Dionysian-Dithyrambs)
- 1901. Der Wille zur Macht, first published 1901
- 2010. The Peacock and the Buffalo: The Poetry of Nietzsche
- 2021. Nietzsche’s Last Twenty Two Notebooks: complete [1886-1889]
Citatie voor dit artikel:
Baas, S. (2024). Friedrich Nietzsche. Retrieved [insert date] from Toolshero: https://www.toolshero.nl/bekende-auteurs/friedrich-nietzsche/
Oorspronkelijke publicatiedatum: 19/06/2024 | Laatste update: 16/06/2024
Wilt u linken naar dit artikel, dat kan!
<a href=”https://www.toolshero.nl/bekende-auteurs/friedrich-nietzsche/”>Toolshero: Friedrich Nietzsche</a>